7,92mm lichte mitrailleur 7,92mm lehký kulomet vzor 26 |
||
type | lichte mitrailleur model 26 | |
kaliber | 7,92mm | |
schootsbereik(m) | 1.500m (maximaal) 1.000m (effectief) |
|
vuursnelheid | maximaal 600 schoten/min praktisch 200 schoten/min |
|
werking | gasdruklader | |
aantal patronen | 20 (magazijn) |
De lichte mitrailleur model 26 was in de jaren twintig ontworpen voor het veldleger.
In de fortificatie werd het wapen gebruikt voor verdediging op korte afstand.
Het stond opgesteld in een schietgat in een blockhaus, een zelfstandige bunker of infanteriebunker van een artilleriewerk.
In de jaren dertig werd het ontwerp van deze mitrailleur door de Engelsen gebruikt voor de ontwikkeling van de Brengun, waarbij BR de afkorting is van Brno en EN van Enfield, de steden waar de wapenfabriek stond.
7,92mm zware mitrailleur 7,92mm tĕžký kulomet vzor 37 |
||
type | zware mitrailleur model 37 | |
kaliber | 7,92mm | |
schootsbereik(m) | 2.500m (maximaal) m (effectief) |
|
vuursnelheid | maximaal 800 schoten/min praktisch 500 schoten/min |
|
werking | gasdruklader | |
aantal patronen | 100-200 (patroonband) |
De zware mitrailleur model 37 was in de jaren dertig ontworpen als vervanger van de Schwarzlose mitrailleur. Het werd de standaard zware mitrailleur in het Tsjechische leger.
Van dit wapen waren drie versies in gebruik. In de fortificaties werd het model met een zwaardere loop gebruikt. Het kon 5 min. continu vuren, voordat de loop vervangen moest worden. Het wapen werd gericht met
een kijker of een schietpanorama. Dit laatste zie je ook in de Zwitserse fortificatie.
Je vindt de zware mitrailleur in een schietgat in de blockhaus, de zelfstandige bunkers en de infanteriebunkers van een artilleriewerk, maar ook in een vaste koepel.
Vergelijkbaar met de Franse " Jumelage de mitrailleuses" was de dubbele mitrailleur die in een schietgat of een koepel stond.
De ontwikkeling van een draaikoepel voor twee mitrailleurs werd opgedragen aan de staal- en machinefabriek Hüttenwerke in Vítkovice. De wapenfabriek in Brno bouwde het interieur en de bewapening. In tegenstelling tot de Franse tourelle met zijn balansarm was dit een kompacte draaikoepel die in een tweedelig voorpantser geplaatst was dat weer in een betonnen schacht was geplaatst.
Het draaibare gedeelte van speciaal staal had een afgeronde vorm die nauw aansloot bij het voorpantser.
Net als alle andere draaikoepels van Tsjechische bouw had de koepel een 15-20mm dik binnenpantser; het geheel kon daardoor een voltreffer van een 30,5cm granaat weerstaan.
De koepel was bewapend met twee zware mitrailleurs model 37. Er waren twee schietgaten die in een hoek van 90° stonden, waarvan er één als reserve schietgat fungeerde.
De koepel had een bereik van 360° en kon ook bij nacht, nevel of slecht zich schieten.
Tijdens de bouw van de verdedigingslinie stond het eerste exemplaar gereed om gemonteerd te worden.
Door de politieke ontwikkelingen kon geen enkele van de acht bestelde draaikoepels ingebouwd worden.