Behalve de geplande en gedeetelijk gebouwde artilleriewerken bouwden de Tsjechische ingenieurs vanaf 1936 een groot aantal infanteriebunkers. Ze lijken heel veel op de Franse kazematten van de tweede generatie, de zgn. Nouveaux Fronts. Dit is niet verwonderlijk gezien
het feit dat Franse militaire ingenieurs de Tsjechische van advies dienden.
Er waren twee hoofdmodellen, nl de enkele en de dubbele bunker. De enkele bunker had één schietkamer, de dubbele twee en ze konden opgebouwd zijn uit één of twee verdiepingen; dit laatste was afhankelijk van de structuur van het terrein. Elke bunker kon de naburige bunker met mitrailleurvuur dekken.
Als standaardbewapening was er in elke schietkamer meestal een 47mm Skoda anti-tankkanon met een zware mitrailleur (vergelijkbaar met de Franse Arme Mixte) en een dubbele zware mitrailleur beschikbaar. Als variant was er ook de schietkamer met twee zware mitrailleurs.
Sommige bunkers hadden ook nog een 9cm mortier moeten krijgen; dit wapen was nog in ontwikkeling en was in 1938 niet geïnstalleerd.
Elke bunker had standaard twee koepels voor lichte mitrailleurs en observatie; andere typen hadden bovendien een koepel voor één zware en/of een koepel voor een dubbele mitrailleur. Daarnaast konden bunkers ook een koepel voor de artillerie-observatie hebben.
De infanteriebunkers van van de artilleriewerken hadden dezelfde opbouw, zij het dat ze uitgevoerd waren in de zwaarste bouwsterkte, nl. IV. Ook hadden zij geen ingang, maar waren ze met een schacht verbonden met de ondergrond van een werk.
Standaard hadden ze een nooduitgang in de droge gracht voor het blok.
onderdeel | Bouwsterkte | |||||
Arabisch | Romeins | |||||
1 | 2 | I | II | III | IV | |
Dak | 100cm | 150cm | 150cm | 200cm | 250cm | 350cm |
Frontmuur | 120cm | 175cm | 175cm | 225cm | 275cm | 350cm |
Muur met schietgaten | 80cm | 80cm | 100cm | 100cm | 125cm | 125cm |
Bestand tegen voltreffer |
155mm | 180mm | 210mm | 280mm | 305mm | 420mm |
De bunkers werden gebouwd in verschillende bouwsterktes. Deze was afhankelijk van de ligging van de bunker in het landschap. Bunkers die kwetsbaar waren voor vijandelijke artilleriebeschietingen werden zwaarder uitgevoerd dan minder kwetsbare.
Bij de berekeningen was men uitgegaan van explosieve granaten. Later bleek dat beton en staal minder goed bestand waren tegen granaten met een hoge aanvangssnelheid. Vooral de de Duitse 8,8cm kanonnen richten bij beschietingen veel schade aan.
Na de bezetting in 1938 voerden de Duitsers talloze schietproeven op de bunkers uit. De resultaten werden gebruikt tijdens de veldtocht in Frankrijk.
In principe wordt de Tsjechische fortificatielinie van oost naar west beschreven. Alle bunkers, zowel de alleenstaande als de onderdelen van een artileriewerk worden doorlopend genummerd. Voorbeeld: MO-S20 is de sector Moravska bunker 20. De S staat voor Srub (letterlijk "blokhuis")
Ik heb een aantal tekeningen uit mijn literatuur gescand en bewerkt. Zij geven een goed voorbeeld van de verschillende uitvoeringen.
Klik hiervoor in het linkermenu, dat ook een overzicht geeft van de gebruikte afkortingen.
Gebruikte bronnen:
Areál československého opevnění Hlučín - Darkovičky, Jirí Hořák (2001)
De tekeningen zijn van de hand van Ladislav Čermák
Muzea československého Opevnění, Úsek Moravská Ostrava a Opava, Jirí Hořák (2003)
De tekeningen zijn van de hand van Ladislav Čermák