Op deze plaats was het artilleriewerk Orel geprojekteerd. Het moest bestaan uit drie infanterie- en twee artilleriebunkers. Tijdens de bouw bleek echter dat de bodem niet geschikt was voor ondergrondse konstrukties en in juni 1937 werd daarom met de bouw gestopt. Alleen de bunker MO-S20 "Orel" werd afgebouwd; de ruwbouw was in december 1935 gereed.
Deze bunker had een bouwsterkte van IV, omdat hij deel uitmaakte van het geplande artilleriewerk. Een schacht van 26m diep was op voorhand aangelegd.
De dubbele bunker met twee schietkamers was bewapend met twee 4,7cm anti-tankkanonnen met een zware mitrailleur en twee zware dubbele mitrailleurs.
Voor de nabijverdediging waren vier licht mitrailleurs voorzien.
Links en rechts was er een koepel met drie schootsrichtingen voor een lichte mitrailleur; in het midden was een observatiekoepel voor de artilleriewaarneming.
De bemanning telde 36 man.