Tijdens een artilleriebeschieting was de cloche normaal gesproken niet bezet; een granaattreffer was voor de waarnemer niet plezierig en vaak levensgevaarlijk. In het schietgat, gericht op de hoofdschootsrichting, stond de FM permanent opgesteld behalve bij een beschieting. In geval van een infanterieaanval nam de cloche deel aan de algemene barrage. Een voorraad magazijnen met patronen lag gereed om af te vuren. Voor de observatie beschikte de waarnemer over een periscoop, epsicoop en/of een verrekijker. Het platform, waar hij op stond, was mobiel. Het kon in de hoogte versteld worden naar gelangs de grootte van de persoon, maar ook gewonden konden gemakkelijk uit de cloche gehaald worden. Verder beschikte de waarnemer over een doos met panoramafoto's van de omgeving, zodat hij de vijandelijke posities gemakkelijk kon doorgeven.
hoogte | Ø ext. | dikte | gewicht | |
klein model | 1,70m | 1,60m | 20cm | 10,5 ton |
klein model(verlengd) | 2,70m | 1,60m | 20cm | 17,0 ton |
groot model | 2,70m | 1,80m | 30cm | 26,0 ton |
groot model in 2 delen(1e dl) | 2,15m | 1,70m | 25cm | 17,0 ton |
cuvelage | hoogte | gewicht | ||
normaal | 0,52m | 1,5 ton | ||
verlengd | 1,12m | 1,5 ton | ||
versterkt | 1,02m | 6,0 ton | ||
groot model in 2 delen(2e dl) | 1,02m | 5,0 ton |
De verschillende modellen, zoals getoond in de tabel hiernaast, werden geplaatst in kazematten met een verschillende dakdikte. De kleine modellen kwamen op infanteriekazematten met een dakdikte van 1,50m tot 2m. De grote varianten werden geplaatst op artilleriekazematten met een dakdikte tot 3,50m. De verschillende schietgaten werden bij de productie van de cloche aangebracht. Na plaatsing werd in het dak een het gat voor de periscoop geboord, zodat deze altijd vertikaal stond. De FM was door middel van een flexibele buis en vaste buis verbonden met een bak voor de opvang van de hulzen. Met een handventilator werd het gas afgezogen, waarna de hulzen werden afgevoerd. Er zijn in totaal 1.009 cloches van dit type geplaatst.
hoogte | Ø ext. | dikte | gewicht | |
klein model | 2,17m | 1,78m | 25cm | 17,0 ton |
groot model | 2,55m | 1,88m | 30cm | 26,0 ton |
cuvelage | hoogte | gewicht | ||
klein model | 0,67m | 2,5 ton | ||
groot model | 0,67m | 4,0 ton |
Bij schietproeven was gebleken dat het vierkante schietgat met het draaibare frame kwetsbaar was voor treffers met anti-tankkanonnen en ook voor de luchtdruk van dichtbij ontploffende granaten. Er werd een andere oplossing gevonden.
Het in 1934 ontwikkelde nieuwe model Cloche GFM type B had een rond schietgat met een boldoorvoering die beschermd werd door een pantserplaat; het geheel was goed bestand tegen de beschietingen in mei/ juni 1940.
De cloche werd blind gegoten, waarna de schietgaten later werden aangebracht.
Van dit model zijn er 109 exemplaren in de Nieuwe Fronten geplaatst.
De CORF besloot om ook de bestaande cloches geleidelijk om te bouwen naar het model B. Vanaf 1939 werden o.a. in de sector Faulquemont en Maubeuge bestaande cloches omgebouwd en voorzien van een ander
schietgat. Op de plaats van het oude schiegat werd een ronde opening geboord, waarin het ronde schietgat met een boldoorvoer geplaatst werd. In mei 1940 was de genie nog steeds bezig, maar
de werkzaamheden werden vlot gestaakt. Zodoende zijn er enkele cloches die zowel een oud als nieuw schietgat hebben.
Er zijn ruim 30 cloches geheel of gedeeltelijk omgebouwd.