Cloches (Vaste koepels)
   Cloche voor waarneming en mitrailleur Cloche GFM type A
   Cloche voor waarneming en mitrailleur (verbeterd model) Cloche GFM type B
   Cloche voor een dubbele mitrailleur Cloche JM
   Cloche voor een combinatie van dubbele mitrailleur en anti=-tankkanon Arme Mixte
   Cloche voor artilleriewaarneming Waarneming
   Cloche voor granaatwerper Lance-Grenades
   Luchtin- en uitlaat Ventilatie
   Terug naar beginpagina cloches Inleiding
De vaste koepels in de Maginotlinie

Naast de hefkoepels (tourelles) beschikten de gevechtsblokken van een ouvrage, kazematten en abri's over één of meer vaste koepels die cloche genoemd wordt. Er bestaan een aantal modellen, die elk een specifieke funktie hebben. In de volgende pagina''s worden deze beschreven.

Cloche G(uetteur)F(usil-)M(mitrailleur) model 1929 type A

Dit type was het meest voorkomende. Bijna elke kazemat had één of meerdere van deze cloches. Ze zijn opgebouwd uit twee delen, nl. een onderstuk (cuvelage) om de dikte van het betonnen dak van de kazemat te compenseren en het bovengrondse gedeelte met de schietgaten. In de schietgaten, drie tot vijf stuks, waren wapens en/of optiek gemonteerd in een vierkant frame, dat in de hoogte en zijdelings beweegbaar was.
De taken van een GFM-cloche waren:
  • nabijheidsverdediging in geval van een infanterieaanval op de kazemat
  • waarneming van vijandelijke bewegingen met een periscooop, episcoop of kijker
  • artilleriewaarneming
  • hulpwaarneming voor een cloche met artillerie-observatie

Tijdens een artilleriebeschieting was de cloche normaal gesproken niet bezet; een granaattreffer was voor de waarnemer niet plezierig en vaak levensgevaarlijk. In het schietgat, gericht op de hoofdschootsrichting, stond de FM permanent opgesteld behalve bij een beschieting. In geval van een infanterieaanval nam de cloche deel aan de algemene barrage. Een voorraad magazijnen met patronen lag gereed om af te vuren. Voor de observatie beschikte de waarnemer over een periscoop, epsicoop en/of een verrekijker. Het platform, waar hij op stond, was mobiel. Het kon in de hoogte versteld worden naar gelangs de grootte van de persoon, maar ook gewonden konden gemakkelijk uit de cloche gehaald worden. Verder beschikte de waarnemer over een doos met panoramafoto's van de omgeving, zodat hij de vijandelijke posities gemakkelijk kon doorgeven.

cloche GFM type A model 1929
  hoogte Ø ext. dikte gewicht
 
gemeten bij het schietgat
klein model 1,70m 1,60m 20cm 10,5 ton
klein model(verlengd) 2,70m 1,60m 20cm 17,0 ton
groot model 2,70m 1,80m 30cm 26,0 ton
groot model in 2 delen(1e dl) 2,15m 1,70m 25cm 17,0 ton
cuvelage hoogte     gewicht
normaal 0,52m     1,5 ton
verlengd 1,12m     1,5 ton
versterkt 1,02m     6,0 ton
groot model in 2 delen(2e dl) 1,02m     5,0 ton

De verschillende modellen, zoals getoond in de tabel hiernaast, werden geplaatst in kazematten met een verschillende dakdikte. De kleine modellen kwamen op infanteriekazematten met een dakdikte van 1,50m tot 2m. De grote varianten werden geplaatst op artilleriekazematten met een dakdikte tot 3,50m. Cloche op Blok 2 van Ouvrage Hochwald De verschillende schietgaten werden bij de productie van de cloche aangebracht. Na plaatsing werd in het dak een het gat voor de periscoop geboord, zodat deze altijd vertikaal stond. De FM was door middel van een flexibele buis en vaste buis verbonden met een bak voor de opvang van de hulzen. Met een handventilator werd het gas afgezogen, waarna de hulzen werden afgevoerd. Er zijn in totaal 1.009 cloches van dit type geplaatst.



Cloche G(uetteur)F(usil-)M(mitrailleur) model 1934 type B

Dit type heeft een bolscharnier in een rond schietgat
cloche GFM type B model 1934
  hoogte Ø ext. dikte gewicht
 
gemeten bij het schietgat
klein model 2,17m 1,78m 25cm 17,0 ton
groot model 2,55m 1,88m 30cm 26,0 ton
cuvelage hoogte     gewicht
klein model 0,67m     2,5 ton
groot model 0,67m     4,0 ton

Bij schietproeven was gebleken dat het vierkante schietgat met het draaibare frame kwetsbaar was voor treffers met anti-tankkanonnen en ook voor de luchtdruk van dichtbij ontploffende granaten. Er werd een andere oplossing gevonden. Het in 1934 ontwikkelde nieuwe model Cloche GFM type B had een rond schietgat met een boldoorvoering die beschermd werd door een pantserplaat; het geheel was goed bestand tegen de beschietingen in mei/ juni 1940. De cloche werd blind gegoten, waarna de schietgaten later werden aangebracht. Van dit model zijn er 109 exemplaren in de Nieuwe Fronten geplaatst.

Een omgebouwde koepel, waarbij de vierkante opening is vervangen door een ronde bolscharnier De CORF besloot om ook de bestaande cloches geleidelijk om te bouwen naar het model B. Vanaf 1939 werden o.a. in de sector Faulquemont en Maubeuge bestaande cloches omgebouwd en voorzien van een ander schietgat. Op de plaats van het oude schiegat werd een ronde opening geboord, waarin het ronde schietgat met een boldoorvoer geplaatst werd. In mei 1940 was de genie nog steeds bezig, maar de werkzaamheden werden vlot gestaakt. Zodoende zijn er enkele cloches die zowel een oud als nieuw schietgat hebben.
Er zijn ruim 30 cloches geheel of gedeeltelijk omgebouwd.




Vaste koepels - inleiding home (terug naar de startpagina) stuur een email Uitleg technische termen Vaste koepel voor dubbele mitrailleur, gemengd wapen en observatie

Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op zondag 18 februari 2024