Deze cloche was bewapend met een dubbele mitrailleur, die identiek was aan het model dat in de infanterie- kazematten en mitrailleurtourelles stond opgesteld. Hij vuurde flankerend in samenwerking met een andere kazemat en verving zodoende de duurdere mitrailleurtourelle. Naaste de mitrailleur waren links en rechts observatie- openingen. De cloches waren veelal verdiept in een kazemat ingebouwd en ze waren dus beter bestand tegen vijandelijk vuur.
Ook hier stond de schutter samen met de lader op een mobiel platform. Verder was er een handlift om de volle magazijnen naar boven te transporteren en de lege naar beneden. De lege hulzen vielen in een opvangbak en werden na ventilatie afgevoerd. Van dit model zijn er 179 exemplaren gebouwd.

Om beter tanks te kunnen bestrijden op plaatsen waar alleen mitrailleurvuur beschikbaar was, kwam het idee naar voren om dit type cloche om te bouwen en er een anti-tankkanon van 25 mm in combinatie met een dubbele mitrailleur, dus een Arme Mixte (gemengd wapen) in te plaatsen. In maart 1940 werd er gestart met de ombouw, maar met uitbreken van de oorlog in mei 1940 werden de werkzaamheden gestaakt. Slechts een tiental cloches was op dat moment gereed. De aanpassing bestond uit het verwijderen van de aanwezige bewapening en het wijzigen van het schietgat voor de boldoorvoer. De observatieopeningen werden dichtgemaakt.

Voor de zgn "Nieuwe Fronten", het deel van de Maginotline dat na 1934 gebouwd werd, was een nieuw wapen ontwikkeld. Dit was de zgn. trumelage; dit wapen bestond uit één 25 mm anti-tankkanon met aan weerzijden een mitrailleur. Dit wapen werd Arme Mixte (gemengd wapen) genoemd. De cloches zijn lichtelijk ovaal van vorm en hebben twee schietgaten die in een hoek van 45° geplaatst zijn; er bestaan ook modellen met één schietgat. Een afsluiter was beschikbaar om het niet-gebruikte schietgat af te sluiten. De bolscharnier was bevestigd aan het wapen en kon met een bajaonetsluiting in het schietgat worden vastgezet. Het niet gebruikte schietgat werd met een afsluiter met bajonetvatting afgesloten. De schutter zat onder het wapen en had een, in het wapen gemonteerde kijker, om te richten. De lader stond achter hem en zorgde voor het goed funktioneren van de wapens. Van dit model cloche zijn er 72 in de "Nieuwe Fronten" gebouwd.

Voor de vuurleiding van de artillerie werden speciale cloches ontworpen, die uitgerust waren met diverse modellen periscopen. Ze werden gebruikt om granaatinslagen te meten en ook de springhoogte van de granaten die in de lucht ontploften te meten. Van deze cloche bestaan twee modellen:

• Model VP
  

  De afkorting staat voor "Vision Périscopique". Dit model was vooral te vinden op de geÏsoleerd liggende waarnemingsposten. Ze zijn uitgerust met een periscoop voor de vuurleiding van de artillerie. Een cloche GFM fungeert als hulpwaarneming en voor mitrailleurvuur. Met behulp van katrollen en een contra-gewicht kon de periscoop, met een gewicht van 260kg of 320kg, omhoog en omlaag bewogen worden. De vergroting bedroeg 12 tot25x. De cloche lag verzonken in het betonnen dak en alleen de periscoop was zichtbaar. Het periscoopgat kon met een deksel worden afgesloten. Er zijn 20 cloches van dit type gebouwd



• Model VDP
  

  De afkorting staat voor `Vision Directe et Périscopique". Dit model is te vinden op de waarnemingskazematten van de ouvrages en op sommige intervalkazematten. De drie kijkgaten voor een kijker observeerden een hoek van 210°. De waarnemer stond, net als in een GFM-cloche op een beweegbaar platform. De periscoop met een vergroting van 8x zat met een bajonetsluiting vergrendeld in een gat in het dak. Er zijn 64 exemplaren gebouwd.