Bij de gevechten in de loopgraven tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruikten de strijdende partijen loopgraafmortieren. De zware granaten met een grote explosieve kracht waren in staat
om loopgraven en alles wat er zich in bevond te vernielen. De Fransen noemden dit wapen ook wel "de crapouillot".
Toen de CORF zich ging buigen over de verdediging van de ouvrages op een afstand van 3 à 4 km dacht men aan een dergelijk wapen, maar dan in een hefkoepel. Het kaliber werd vastgesteld op
135mm en het gewicht van de granaat werd 17kg of 19kg met 4,58kg of 5,5kg explosieven. Op een bijeenkomst van de CORF in december 1927 kwam men tot de ontdekking dat een dergelijk wapen nog
niet beschikbaar was voor de nieuwe forten. De ontwikkeling van de mortier liep hiermee minimaal een jaar vertraging op.
135mm korte houwitser model 1932 | ||
kazemat | hefkoepel | |
type | houwitser | |
kaliber | 135mm | |
lengte vd loop | 1.145mm | |
gewicht granaat | 17kg à 19kg | |
gewicht explosief | 4,58kg à 5,50kg | |
schootsbereik(m) | max. 6.000m | |
schootsbereik(min.) | -- | 320m |
schiethoek(horizontaal) | 45° | 360° |
schiethoek(vertikaal) | 0° tot +40° | +9° tot +45 |
vuursnelheid | 6 schoten/min | 12 schoten/min |
In mei 1929 werd besloten om het wapen ook in een kazemat op te stellen; in 1931 waren de plannen voor een dergelijke kazemat uitgewerkt. In augustus 1929 werdt een 135mm wapen voorgesteld met een reikwijdte van 6.000m; het wapen evolueerde van een simpele loopgraafmortier naar een korte houwitser. Deze houwitser werd nu definitief aanvaard onder de
aantal geïnstalleerd in 1940 | ||
Noordoosten | Alpen | |
hefkoepel(1) | 32 | 2 |
kazemat(2) | 7 | 2 |
(1)een hefkoepel heeft 2 houwitsers | ||
(2)een kazemat heeft 1 (NO) tot 2 houwitsers (Ste Agnes) |
naam "matériel de 135mm model 1932 in kazemat (of in hefkoepel)".
De houwitser in een kazemat had geen optiek om naar buiten te kijken. Het schietgat werd afgesloten met een valluik. In een hefkoepel werden de beide wapen tegelijk afgevuurd.
Bij het gebruik van de houwitser deden zich wel problemen voor zoals het tuimelen van de granaat tijdens de vlucht en de terugslag van vlammen uit het kulas. Ook waren er verschillende schietincidenten in
mei/juni 1940. In het ouvrage Hackenberg gebeurde er een ongeluk in de hefkoepel van blok 9. Nog voordat de hefkoepel in batterij was, ging er
een schot af en de granaat trof het voorpantser van de koepel. Hierdoor ontplofte de loop, waarbij een zwaargewonde viel. Een vuurbal maakte gelukkig geen slechtoffers en ook de munitie bleef intact. Na
een provisorische reparatie, die vier dagen duurde, kon de hefkoepel met één loop verder. In blok 6 ontplofte een granaat
meteen na het verlaten van de loop, maar hier kon de schade snel gerepareerd worden.