Vanaf 1935 en ook nog in 1936 werden er kleine blockhaus gebouwd om een vijandelijke aanval te vertragen. Ze bestreken vooral wegen en delen van het landschap bij de grens.
Het eerste ontwerp, model 36, was gebaseerd op Franse voorbeelden. Er was één schietruimte met een ingang aan de achterzijde. Aan de voorzijde (frontzijde) zaten één of twee embrasures voor een lichte of zware mitrailleur. Het model met drie embrasures schoot frontaal als ook iets flankerend.
De frontmuur en het dak hadden een dikte van 50-60cm, de zijmuren en achtermuur waren 30 tot 40cm dik. Ze waren bestand tegen granaten tot 75mm en 81mm mortiergranaten.
Het interieur was heel eenvoudig uitgevoerd; de wapens stonden op een houten tafel. Soms was het blockhaus uitgerust met een periscoop in het dak. Voor de ventilatie was een handventilator beschikbaar. De bemanning bedroeg, naar de gelang de grootte, 2 tot 6 man. Begin 1937 kwam een einde aan de bouw van dit model en werd model 37 geïntroduceerd.
Er waren er toen ongeveer 850 stuks gebouwd.
De gevechtswaarde was echter discutabel; ze waren te frontaal gericht en aan de achterzijde onverdedigbaar. Door deze bestaande bouwwerken (model 36) te integreren met het nieuwe model 37 werden deze nadelen ondervangen.