De onderdelen in een ouvrage waren onderling verbonden door een ondergronds gangenstelsel. Vanuit de munitie-ingang van een artillerie-ouvrage liep de hoofdgalerij langs het hoofd- munitiemagazijn; vanaf de manschappeningang liep de galerij langs de grote filterruimte, de ondergrondse elektriciteitscentrale (usine) en de kazerne. Beide gangen kwamen bij elkaar en gingen als één hoofdgang naar de gevechtsblokken. Bij een ouvrage met een gemengde ingang was er slechts één hoofdgalerij. Bij het hoofdmunitiemagazijn (M1) was een station om munitietreinen samen te stellen. In de lange galerij zijn een aantal plaatsen (afhankelijk van de lengte van de galerij) waar treinen elkaar kunnen passeren. Vanuit de hoofdgalerij lopen kleinere gangen naar de gevechtsblokken. De lengte van een gangenstelsel varieert van enkele honderden meters tot 5 à 6km.
Diepte van de galerijen | ||
type | Ouvrage | Abri |
Harde rots | 12m | 8m |
Kalksteen | 16m | 10m |
Steenachtig | 18m à 20m | 12m à 15m |
Zware klei | 25m à 30m | 18m à 20m |
Afmetingen(m)van de galerijen in een ouvrage | ||||||
type | I | II | III | IV | V | VI |
Hoogte | 3,50m | 3,35m | 3,10m | 3,10m | 2,50m | 2,35m |
Breedte | 3,30m | 3,05m | 2,15m | 1,65m | 1,50m | 1,20m |
Elk ouvrage heeft een hoeveelheid munitie die varieert naar gelang de samenstelling van de bewapening. Ze bestaat uit granaten van 75mm en 135m, mortiergranaten van 81mm en 50mm, anti-tankgranaten van 37mm en 47mm en mitrailleurpatronen. Een groot deel van de munitie
ligt opgeslagen in een hoofdmagazijn (M1); een kleiner aantal ligt in de magazijnen onderin de artillerieblokken (M2). Een kleine hoeveelheid ligt in M3 bij de 75mm kanonnen.
Klik hier voor informatie over munitiemagazijnen.
Om een veilig onderkomen voor de bemanning van een ouvrage te hebben, beschikte een ouvrage over een ondergrondse kazerne. Bij de artillerie-werken bevond deze zich op een grote afstand (1 à 1,5km) van de gevechtsblokken. De grootte hing af van het aantal manschappen en officieren. De bemanning leefde in een ritme drie ploegen, zodat er telkens maar een derde deel in de kazerne verbleef. Er waren slaapzalen, een volledig uitgeruste keuken, een ziekenboeg en voorraadruimtes voor levensmiddelen. Soldaten en officieren sliepen in aparte gedeelten van de kazerne.
Elektrische stroom was voor een ouvrage van levensbelang. Ventilatoren, liften, verlichting, elektrische trein, de keuken, tourelles, alle onderdelen gebruikten elektrische stroom. Elk ouvrage had een centrale met dieselmotoren die gekoppeld waren aan een generator. Het aantal grote motoren varieerde van acht (ouvrage Hochwald) tot vier of drie (artillerie-ouvrages). Infanterie-ouvrages hadden twee kleine motoren. De gebeurtenissen in mei/juni 1940 hebben aangetoond dat een elektrische centrale van levensbelang was. Tegenwoordig zijn er nog veel motoren die kunnen draaien. Voor meer informatie zie de betreffende pagina.
Het gebruik van gifgas in de Eerste Wereldoorlog had desastreuze gevolgen voor de soldaten die er mee in aanraking kwamen. Hoewel het gebruik bij de conventie van Genève (1925) verboden was, gingen de bouwers van de linie ervan uit dat een vijand zich niet aan dat verbod zou houden. Elk ouvrage, elke abri en kazemat had daarom een filterruimte waarin luchtfilters stonden. In geval van een gasaanval kon de lucht gefilterd worden. Voor meer informatie over de werking van het ventilatiesysteem zie de betreffende pagina.