DE ELEKTRICITEITSCENTRALE (USINE)
De ouvrages van de Maginotlinie konden niet functioneren zonder elektriciteit. Ventilatie, verlichting, elektrische
traktie, motoren van liften en hefkoepels: al deze belangrijke voorzieningen hadden elektrische stroom nodig.
In vredestijd betrok Fermont de stroom van het civiele net via het militaire transformatorstation in Xivry-Circourt; de stroom had een spanning van 17.500 volt. Ga voor meer informatie naar stroomvoorziening in de Maginotlinie.
Door vier transformatoren werd de spanning verlaagd naar naar 440 V wisselstroom. Met behulp van omvormers (een wisselstroommotor drijft een gelijkstroomdynamo aan) werd 110 V gelijkstroom
voor de motoren van de hefkoepels en liften en 600 volt gelijkstroom voor de trein gemaakt. De verlichting werkte op 110 volt wisselstroom en de keuken op 200 volt wisselstroom.
De gevechtsblokken werden gevoed met 1.500 V wisselstroom om transportverliezen te voorkomen. In het transformatorstation bij blok 4 werd de spanning weer omlaag getransformeerd
en werd met een omvormer gelijkstroom voor de motoren gemaakt.
Indien de externe stroomvoorziening zou uitvallen, had het werk de beschikking over 4 dieselmotoren die elk een generator
aandreven. De hoofdmotoren werden gestart met samengeperste lucht. Voor normaal gebruik waren twee motoren nodig.
Tijdens gevechtsacties was een derde motor noodzakelijk voor de stroomvoorziening van de ventilatie, de motoren van de hefkoepels en liften en
de elektrische trein. Eén motor werd in reserve gehouden of kon in revisie zijn.
Om 3 maanden zelfstandig te kunnen functioneren, was er een opslagcapaciteit van:
- 185.475 liter dieselolie
- 241.500 liter koelwater
- 4.800 liter smeerolie
Alles was opgeslagen in stalen tanks. De ruimten met olietanks konden door brandvrije schuifdeuren afgesloten worden.
In de centrale stond ook een hulpmotor. Deze kon gekoppeld worden aan een compressor om de flessen met samengeperste lucht te vullen of aan een generator voor
de noodverlichting van de elektrische centrale.
Naast de transformatorruimte is de werkplaats van de genie. Hier kon men alle noodzakelijke reparaties uitvoeren.
In dit atelier bevonden zich o.a. een kolomboormachine, een smidse en een draaibank.
De elektrische centrale werd bemand door drie onder-officieren, 3 technici, 6 monteurs en 5 electriciens.
Ook nu nog kan Fermont "draaien" op eigen stroom; twee van de vier motoren zijn bedrijfsklaar om het ouvrage van stroom te voorzien.
HOOFDMOTOREN |
dieselmotor |
SGCM GVU 33 |
aantal |
4 |
aantal cilinders |
6 |
vermogen/omwentelingen |
225 pk bij 500 tpm |
boring x in slag in mm |
200 x 330 |
brandstofverbruik |
35 l/uur |
generatorvermogen |
215 KVA |
spanning/HZ |
440 V/50 HZ |
Klik op de foto voor meer afbeeldingen..
Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op dinsdag 6 februari 2024