Het vredesverdrag van Versailles
Op 18 januari 1919 begon de vredesconferentie in Versailles. De Geallieerden, de overwinnaars in de oorlog, stelden zonder de aanwezigheid van Duitsland een aantal strenge voorwaarden op, die moesten voorkomen dat Duitsland ooit nog een aanvalsoorlog zou kunnen beginnen.
Op 28 juni 1919 werd in de Spiegelzaal van het paleis in Versailles, waar in 1871 koning Wilhelm I van Pruisen tot keizer van Duitsland was gekroond, het verdrag getekend tussen de Geallieerden en Duitsland. De laatste werd onder druk gezet om akkoord te gaan met de voorwaarden en te tekenen.
Enkele voorwaarden uit het vredesverdrag:
- Duitsland was de hoofdschuldige aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Het moest een oorlogsschuld van 132 miljard goudmarken betalen (65 miljard komt aan Frankrijk toe). Na lang geharrewar werd bij het akkoord van Lausanne (1932) de betaling opgeschort en met de komst van de Nazi's kwam er een eind aan de aflossing. Op 3 oktober 2010 werden de laatste schulden door de Bondsrepubliek afgelost.
- Elzas-Lotharingen werd weer Frans grondgebied. De Duitse fortificaties gebouwd bij Straatsburg, Metz en Thionville kwamen in Franse handen.
- Het Duitse leger werd ingekrompen tot 100.000 man en mocht geen generale staf hebben.
- De linker Rijnoever werd door de geallieerden voor 15 jaar bezet. Dit was een drukmiddel om er voor te zorgen dat Duitsland de bepalingen van het vredesverdrag na zou komen. Frankrijk had dit gebied graag geannexeerd, maar dat stuitte op verzet bij de andere geallieerde mogendheden. Na de ontruiming door Frankrijk in 1935 bezetten bezetten Duitse troepen dit gebied op 7 maart 1936, zonder dat Frankrijk reageerde.
- De Duitse "Hochseeflotte" moest aan de geallieerde mogendheden worden overgeleverd. De Duitse marine gehoorzaamde, maar op 21 juni gaf admiraal von Reuter het bevel om de vloot op de rede voor de haven van Scapa Flow tot zinken te brengen.
Hierbij gingen 52 van 74 opgebrachte schepen verloren.
- Op de linker Rijnoever moesten alle fortificaties worden vernield. Op de rechteroever mochten er binnen een afstand van 50 km geen fortificaties of verdedigingsposities gebouwd worden.
- Het Saargebied werd voor 15 jaar onder mandaat van de Volkerenbond gesteld. Gedurende die periode mocht Frankrijk gebruik maken van de steenkolenmijnen ter compensatie van de oorlogsschade.
In 1935 koos de bevolking bij een referendum voor de aansluiting bij Duitsland, wat een nieuw probleem in de grensverdediging veroorzaakte.
Wat was de uitwerking van dit vredesverdrag?
Duitsland ervoer dit verdrag als diep vernederend; de hierdoor veroorzaakte politieke onrust en de economische crisis in de dertiger jaren vormden de voedingsbodem voor de opkomst van het nazisme.
Groot-Brittannië trok zich terug in een isolationisme, waarbij zelfs de diplomatieke relaties met Frankrijk bekoelden. Het land stelde zich niet onvriendschappelijk tegenover Duitsland op.
In Amerika weigerde de Senaat het vredesverdrag te ratificeren. Het idee van president Wilson voor het oprichten van de Volkenbond, die de vrede tussen zijn leden moest bewaken, ging uit als een nachtkaars.
Zo kwam Frankrijk op diplomatiek gebied alleen te staan. Het kreeg de indruk dat het verdrag van Versailles niet dié veiligheid bracht die het gewenst had en het land voelde zich in de steek gelaten door zijn bondgenoten.
Zonder bondgenoten bleef er maar één oplossing over: zich beschermen met een schild door het bouwen van een sterke defensieve grensverdediging.
Deze pagina is voor het laatst gewijzigd op dinsdag 20 februari 2024